Al jaren is LinkedIn het enige sociale platform waar ik gebruik van maak. Met een kleine bijrol voor WhatsApp om tijdens bepaalde projecten sneller met andere freelance teamleden te schakelen. Facebook en Twitter heb ik ooit geprobeerd, maar na pakweg een jaartje allebei gedag gezegd. Zakelijk bleken ze me niets op te leveren, dus streep erdoor, zonde van de tijd. Snapchat, TikTok? Ja hallo zeg, ik ben geen 12 meer. Instagram? Van nature mis ik elke drang om me beter voor te doen dan ik ben.
Daar denkt 99% van de mensheid anders over.
Die stort zich massaal op social media en zonder al te veel na te denken over nut of noodzaak. ‘Iedereen doet het’ lijkt het belangrijkste argument. Er blijken mensen te zijn die deel uitmaken van tientallen WhatsApp groepen. Ik hoor wel eens over uitschieters van WhatsApp groepen met 200 ‘vrienden’ en meer. Met name millennials zijn er enorm mee bezig. Alsof het leven nog niet genoeg van ze vraagt. Werkdruk, prestatiedruk, tijdsdruk en dan halen ze zich ook vrijwillig nog de peer pressure van al die vriendengroepen op de hals. Geen wonder dat er veel stress in die kringen bestaat. Online en offline zie je steeds frequenter berichten opduiken over eind twintigers en jonge dertigers met serieuze burnout verschijnselen. Ja, bliep, biep, ping, ring, ding, hoe zou dat nou komen?
Niet de wereld is sneller geworden, maar de mensen erin. Iedereen wil teveel te snel. Snel studeren, snel werk, snel carrière, snel kids, snel een uniek huis, snel alles tegelijk en snel een leven als al die andere lachende levens op Facebook en Instagram. Het is een onophoudelijke jacht op instant gratificatie van likes en comments met duimpjes, hartjes of gevouwen handjes erbij. Dat zou nog tot daar aan toe zijn, maar het heeft een onprettig bijverschijnsel: als daarvoor op Twitter andere meningen weggehoond, kapot gescholden of gecanceled moeten worden, dan lijken steeds meer mensen maar al te graag bereid die stap te nemen.
Social media zijn in die zin niet social meer. Voor een explosief aantal mensen zijn social media het voorportaal van het Burn-out Hotel. FOMO maakt dagelijks nieuwe slachtoffers. Het is een verslaving waarvoor nog gemakkelijk 100 nieuwe en winstgevende vestigingen van de Jellinek kliniek geopend kunnen worden. Die aandoening alleen al is goed voor hele volksstammen van angst zwetende zielen, die met wanhopig beukende duimen proberen alle binnenkomende vinkjes van hun WhatsApp ‘vrienden’ bij te houden.
Vrienden tussen aanhalingstekens, ja, want social media zijn er zelfs in geslaagd het begrip vrienden te devalueren. Volg jij mij, dan volg ik jou en dan zijn we vrienden. Nou ja, tot op zekere hoogte dan. Een paar keer even niet onmiddellijk reageren in de groepsapp, een weekje niet meegaan in de overheersende mening van de dag en je ‘vrienden’ zijn wel klaar met je. Dan word je op een dag wakker en blijk je ontvolgd te zijn. Dat schijnt een ontluisterende ervaring te zijn, voor volwassen mensen zelfs. Veel erger is dat het wereldwijd voor pubers, kinderen nog, zelfs reden genoeg is geweest om een eind aan hun leven te maken. Het zal je overkomen, als ouders.
De terreur van de blauwe vinkjes maakt teveel mensen gek en wordt steeds meer mensen te machtig.
Het zou ons daarom goed doen, de hele wereld, om er een jaar een stop op te zetten. Een global social media time-out waarin we ons menszijn weer kunnen hervinden. Een jaar zonder die aanhoudende druk van bliep, ding, ring, bing in onze hand, handtas of achterzak. Natuurlijk is het een onwerkelijk idee, maar denk voor de lol even mee.
Een ding is zeker, we zouden weer gewoon mensen onder elkaar zijn. We zouden weer gewoon even bellen met oma, opa, de vrienden en vriendinnen om te vragen hoe het is. We zouden elkaar weer gewoon wat meer opzoeken. We zouden in de kroeg weer gewoon leuke gesprekken kunnen voeren, zonder dat 80% van onze aandacht naar die focking phone zou gaan. We zouden misschien weer leren normaal te reageren, redeneren en relativeren. We zouden misschien weer in staat zijn om face to face stevige discussies aan te kunnen in plaats van welke andere mening dan ook af te kappen met laffe dreigtweets: ‘jij moet uitkijken, vriend, ik weet waar je woont’.
Even allemaal zonder sociale media zou de rem zetten op de steeds verder gaande polarisatie. Want social media zouden ons dichter bij elkaar brengen, maar het tegendeel is waar. Social media faciliteren polarisatie, desinformatie en hetze voering. Het drijft grote delen van de samenleving steeds verder uit elkaar. Zonder sociale media zou Trump de Amerikaanse samenleving niet zo bitter gespleten kunnen hebben als ze nu is.
Zonder de druk van sociale media zouden we ons gewone menszijn weer kunnen oppikken. We zouden weer tijd over hebben om te besteden aan meer doen, meer bewegen, meer bewustzijn en meer interesse in de wereld. Misschien zouden we zelfs weer iets van gewone normale beschaafde omgang in het menselijk verkeer terugvinden. Dat we niet de bus in stappen met het oog op de focking phone in de hand, maar in plaats daarvan de chauffeur in de ogen kijken en begroeten – ik zeg maar iets geks.
Een tijdelijke ban op sociale media, het gaat natuurlijk niet gebeuren. Zelfs maar een dag zonder TikTok of WhatsApp zou voor 90% van de wereldbevolking al te lang zijn. We zijn te ver heen, te verknocht, te verslaafd aan de bliep, ring, ding, bing van al die social media platforms waar we op ‘moeten’ zitten. Dat monster hebben we helemaal zelf gecreëerd. Ik durf deze stelling wel aan: we zijn door social media sneller op weg een eind te maken aan de menselijke beschaving dan door klimaatverandering. Want de verhitting die op social media gaande is, zet de wereld overal sneller in brand dan dat hele klimaat om ons heen.
Denk aan de in hoeveelheid en heftigheid toenemende digitale lynchpartijen op Twitter of Facebook – hoe lang nog voor dat overslaat naar de echte wereld? Was de bestorming van het Capitool in Washington niet een voorbeeld van hoe een social media gedreven menigte de grens van digitaal naar real life overschrijdt? Was dat een one off of staat ons meer van dat te wachten? We gaan het zien – en drie keer raden hoe en waar. Bliep, ring, ding, bing, ting.